COP 27 - Vijf belangrijke bevindingen

COP 27 - Vijf belangrijke bevindingen

december 6, 2022

COP27 begon met krachtige uitspraken. De daaropvolgende twee weken kenden hoogte- en dieptepunten; van de historische overeenkomst over een fonds voor schade en verlies tot de toenemende aanwezigheid van lobbyisten voor fossiele brandstoffen. Wij waren erbij en zetten onze vijf belangrijkste punten op een rij:

1. Fonds voor schade en verlies

Het belangrijkste resultaat van COP27 was de historische overeenkomst over een nieuwe financieringsregeling voor schade en verlies. Dit betekent concreet dat er een fonds beschikbaar zal worden gesteld aan ontwikkelingslanden die het meest door klimaatverandering worden getroffen. De verantwoordelijkheid voor de invoering van dit mechanisme ligt bij de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). Veel details, zoals hoe de financiering tot stand komt en wordt toegewezen moet nog worden vastgesteld.

Een commissie zal in maart 2023 bijeenkomen om vast te stellen hoe en door wie de betalingen moeten worden gedaan.  Ontwikkelingslanden vragen al sinds 1992 om een dergelijk fonds, waardoor dit voor hen een enorme overwinning is. Het keerpunt hiervoor was dat de EU en de VS instemden met de voorwaarde dat kwetsbare landen voorrang zouden krijgen bij de financiering. En dat uitbreiding van financiering niet ten goede zou komen aan grote uitstoters (met grote economieën) die nog steeds als ontwikkelingslanden worden aangemerkt, zoals China en Saoedi-Arabië. Tot dusver hebben slechts enkele landen toezeggingen voor dit fonds gedaan, het resultaat is voor nu dus meer symbolisch dan praktisch. De commissie zal aanbevelingen doen over hoe zowel de nieuwe financieringsregelingen als het fonds volgend jaar op de COP28 in Dubai moeten worden uitgevoerd.

Er zullen ook beslissingen moeten worden genomen over hoe en of opkomende economieën deelnemen. Moeten zij bijdragen? Veel landen vinden van wel. Of moeten zij gefinancierd worden? Deze landen vinden zelf uiteraard van wel. 

2. De fossiele brandstofindustrie was alom vertegenwoordigd

Er was een aanzienlijke toename van de aanwezigheid van delegaties van fossiele brandstoffen op de top, zowel van landen als van bedrijven. Vooraf waren de eisen duidelijk: dit moest de COP worden waar afspraken werden gemaakt om een begin te maken met de geleidelijke afschaffing van fossiele brandstoffen. Helaas heeft de sterke aanwezigheid van de delegatie van fossiele brandstoffen de uiteindelijke afspraken opnieuw beïnvloed. Een duidelijke toezegging om alle fossiele brandstoffen uit te faseren? "Die is er niet," zei Alok Sharma, voormalig voorzitter van COP26. De uiteindelijke overeenkomst bevat geen toezeggingen om het gebruik van fossiele brandstoffen geleidelijk af te bouwen of te verminderen. Maar wel twijfelachtige nieuwe taal over "energie met lage emissies" - dat suggereert dat er ruimte is om fossiele brandstoffen te beschouwen als een onderdeel van een groene energietransitie.

Aan de positieve kant leek het erop dat de vastberadenheid van de oliestaten om terug te komen op eerdere overeenkomsten om hun eigen olie- en gasreserves te mogen exploiteren, werd verijdeld. De ontwikkelingslanden zijn erin geslaagd de lijn vast te houden. Kortom, er is geen echte vooruitgang geboekt, maar het is er ook niet slechter op geworden.

3. Brazilie doet weer mee!

Een van de opvallende sprekers was de pas gekozen president van Brazilië, Luiz Inacio Lula Da Silva (Lula). Zijn presidentiële campagne was gebaseerd op een belofte om de ontbossing in het Amazonegebied drastisch terug te dringen, en hij ging zelfs zover om te suggereren dat hij de COP30 in het regenwoud zelf zou willen organiseren. Met opzet gebruikte Lula COP27 als zijn eerste internationale optreden. "De planeet waarschuwt ons elk moment dat we elkaar nodig hebben om te overleven," zei hij. "Maar we negeren deze waarschuwingen. We geven triljoenen dollars uit aan oorlogen die vernietiging en dood tot gevolg hebben, terwijl 900 miljoen mensen in de wereld niet te eten hebben."

Lula riep de rijke landen ook op hun eerdere belofte na te komen en jaarlijks 100 miljard dollar beschikbaar te stellen aan arme landen om hen te helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Een sentiment dat, hoewel niet direct het gevolg van Lula's opzwepende toespraak, gedurende de hele top werd voortgezet en resulteerde in de overeenkomst voor het fonds voor schade en verlies. 

4. 1.5 graden 

Het is zeer aannemelijk dat we binnen de komende 5 jaar de 1,5 graden grens zullen passeren en in 2031 definitief zullen passeren. De EU en andere rijke landen waren vastbesloten zich aan de in 2015 vastgestelde doelstelling te houden. Om dit echter te bereiken was het absoluut noodzakelijk dat op COP27 een akkoord werd bereikt over de geleidelijke afschaffing van fossiele brandstoffen. 

"Ik zou willen dat we een geleidelijke uitbanning van fossiele brandstoffen krijgen," zegt Kathy Jetnil-Kijiner, klimaatgezant van de Marshalleilanden. "De huidige overeenkomst is niet voldoende. Maar we laten met het fonds voor schade en verlies zien dat we het onmogelijke kunnen doen. We weten dus dat we volgend jaar terug kunnen komen en voor eens en altijd van de fossiele brandstoffen af kunnen komen."

Alle ogen zijn dus gericht op COP28 in Dubai. 

5. Net Zero claims zijn geloofwaardiger

Vóór COP27 hadden de Verenigde Naties (VN) al verklaard dat er meer moest worden gedaan om ervoor te zorgen dat de door de landen vastgestelde netto nul doelstellingen geloofwaardig waren. Uit de gegevens blijkt dat landen weinig vooruitgang hebben geboekt bij het onderbouwen van hun langetermijndoelstellingen met tussentijdse, wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen. 

Tijdens COP27 publiceerde Net Zero Emissions Commitments of Non-State Entities een nieuwe reeks aanbevelingen voor het vaststellen van afspraken op korte, middellange en lange termijn. Deze omvatten het prioriteren van verregaande emissiereducties, in overeenstemming met de wetenschap, en het garanderen dat alle gebruikte compensaties robuust zijn.

Daarnaast heeft de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) een document gepubliceerd met richtlijnen voor netto nul. Dit is bedoeld als houvast en referentie voor elke organisatie die op geloofwaardige wijze klimaatactie wilt ondernemen.  

Samenvattend

Helaas hadden de olie- en gasbelangen opnieuw invloed op de toezeggingen om de uitstoot te verminderen, met de geleidelijke stopzetting van fossiele brandstoffen als belangrijkste onderdeel dat ontbrak in de definitieve overeenkomsten van de top. De historische toezegging voor het verlies- en schadefonds was echter een grote overwinning. Niet alleen als economisch voorstel, maar misschien nog belangrijker, als politiek statement van herwonnen vertrouwen tussen landen. Op naar COP28!