Van toezeggingen tot bindende afspraken - de belangrijkste resultaten van de VN-klimaatconferenties tot nu toe

Van toezeggingen tot bindende afspraken - de belangrijkste resultaten van de VN-klimaatconferenties tot nu toe

november 4, 2022

In november 2022 vindt in de badplaats Sharm el-Sheikh in Egypte de 27e Conference of the Parties to the UNFCCC (COP27) plaats, de volgende ronde van de VN-onderhandelingen over de aanpak van klimaatverandering.

De timing van COP27 wordt enigszins overschaduwd door ernstige mondiale gebeurtenissen, zoals de inval van Rusland in Oekraïne, de stijging van de prijzen, met name van energie en voedsel, en de wereldwijd stijgende inflatie. Toch blijft klimaatverandering wereldwijd een belangrijk punt van zorg.

Dit is een blik op de mijlpalen van eerdere COPs; wat de internationale gemeenschap al heeft bereikt om klimaatverandering aan te pakken en waarom onze toekomst kan afhangen van het succes van de conferentie van dit jaar.

Wat is COP?

COP staat voor Conference of the Parties (COP), een jaarlijkse klimaattop waarop de Verenigde Naties (VN) bijna alle landen op aarde bijeenbrengt. Sinds 1995 wordt deze conferentie elk jaar in een ander land gehouden, met uitzondering van COP26, die vanwege de COVID-19 pandemie werd uitgesteld van 2020 naar 2021.

De VN omschrijft de COP als "het hoogste besluitvormingsorgaan" van het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). Het bestaat uit vertegenwoordigers van alle landen die het UNFCCC hebben ondertekend, de zogenaamde partijen. Tijdens elke COP evalueren de partijen de voortgang van het algemene doel van het UNFCCC: het aanpakken van klimaatverandering.

In de loop der jaren zijn er tijdens de COP's intensieve debatten gevoerd, is er moeizaam onderhandeld en zijn er helaas ook momenten van stilstand geweest. Maar er zijn ook hoogtepunten geweest, die hebben geleid tot baanbrekende verdragen en juridisch bindende maatregelen.

Het duurde lang voordat de wereld de urgentie van klimaatverandering inzag

Lange tijd waren milieuvraagstukken zoals klimaatverandering en opwarming van de aarde geen grote zorg van de internationale gemeenschap of de VN. Eind jaren zestig en begin jaren zeventig ontstond er echter een groeiend milieubewustzijn in de westerse samenleving.

In 1972, 23 jaar na haar oprichting, organiseerde de VN haar eerste internationale Conference on the Human Environment in Stockholm, Zweden. Voor het eerst in de geschiedenis werd het milieu als een belangrijke kwestie behandeld en op de voorgrond van de internationale bezorgdheid geplaatst. Deze conferentie, bekend als de eerste Earth Summit, nam een verklaring aan met 26 beginselen voor het behoud en de verbetering van het menselijk milieu en een actieplan met 109 aanbevelingen voor internationale milieumaatregelen. De oprichting van het UN Environment Programme (UNEP) is een van de belangrijkste resultaten van de conferentie van Stockholm over het milieu.

Sindsdien zijn milieukwesties langzaam op de internationale agenda gekomen. In 1979 vond in Genève (Zwitserland) de eerste World Climate Conference (WCC) plaats. Negen jaar later werd het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) opgericht, die in 1990 zijn eerste evaluatieverslag over klimaatverandering uitbracht. Een jaar later vond de eerste vergadering van het Intergovernmental Negotiating Committee (INC) plaats.

Toch duurde het meer dan 20 jaar voordat de internationale gemeenschap klimaatverandering als een ernstig probleem zag en zich tot actie verbond. Dit gebeurde tijdens de Earth Summit in 1992 in Rio de Janeiro, Brazilië. Deze top legde de basis voor het UNFCCC dat twee jaar later in werking trad. Het verdrag vormt het kader voor de lopende klimaatonderhandelingen, die de vorm aannemen van voorbereidende conferenties en de jaarlijkse COP.

Kyoto Protocol: De eerste juridisch bindende overeenkomst over klimaatverandering

In 1995 vond de eerste Conference of the Parties, COP1, plaats in Berlijn. Het jaar daarop vond COP2 plaats in Genève, Zwitserland. Beide vormden de basis voor latere internationale klimaatbesprekingen: In december 1997 kwamen de VN-partijen bijeen in de Japanse stad Kyoto om de concrete uitvoering van het UNFCCC te bespreken. Na lange onderhandelingen bereikten de deelnemers overeenstemming over het Kyoto-protocol, dat werd beschouwd als de meest verstrekkende klimaatovereenkomst tot dan toe. Voor het eerst in de geschiedenis werd een absolute en juridisch bindende beperking van de uitstoot van broeikasgassen voor geïndustrialiseerde landen in een internationaal verdrag verankerd.

Het Kyoto-protocol werd op 16 februari 2005 door 191 landen bekrachtigd, waaronder alle EU-lidstaten en belangrijke nieuwe industrielanden zoals China, India, Brazilië en Zuid-Afrika. De VS was het enige geïndustrialiseerde land dat het niet bekrachtigde, hoewel het het eerder had ondertekend in november 1998 tijdens COP4 in Buenos Aires, Argentinië.

Met het Kyoto-protocol hebben 37 geïndustrialiseerde landen zich ertoe verbonden de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008-2012 met 5,2% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. Er werden echter geen beperkingen opgelegd aan ontwikkelingslanden zoals China en India, hoewel beide landen aanzienlijke vervuilers zijn. Bovendien werd de internationale handel in emissierechten ingevoerd.

Lange onderhandelingen leidden uiteindelijk tot een keerpunt

Al snel na de eerste onderhandelingen werd duidelijk dat veel punten van het Kyoto-protocol nog niet waren opgelost. Daarom kwamen de partijen in november 1998 overeen het "Buenos Aires Action Plan" aan te nemen, waarin termijnen worden vastgesteld voor de afronding van de werkzaamheden betreffende de verschillende mechanismen van Kyoto (Joint Implementation, Emissions Trading en het Clean Development Mechanism), nalevingskwesties en beleidslijnen en maatregelen. 

De volgende COP's van 1999 tot 2008 waren gewijd aan de bespreking van de uitvoering van het Kyoto-protocol en de verschillende mechanismen ervan.

In 2009 probeerde COP15 in Kopenhagen een vervolgovereenkomst te sluiten voor het Kyoto-protocol, dat in 2012 zou aflopen. Het lukte echter niet om een nieuw mondiaal verdrag tot stand te brengen en de conferentie eindigde met een niet-bindende overeenkomst, het zogenaamde Copenhagen Accord. Dit document pleitte in het algemeen voor maatregelen om de temperatuurstijging onder de 2 °C te houden, maar specificeerde niet hoe dit zou gebeuren.

COP15 heeft echter wel drie belangrijke resultaten opgeleverd: ten eerste hebben de geïndustrialiseerde landen zich verbonden tot emissiereductiedoelstellingen voor de gehele economie tegen 2020. Tegelijkertijd hebben de landen in het zuiden van de wereld zich ertoe verbonden vrijwillig zelf gefinancierde klimaatbeschermingsmaatregelen te nemen en zich ertoe te verbinden internationaal verantwoording af te leggen over de door de geïndustrialiseerde landen gesteunde maatregelen en deze in een register op te nemen.

Ten tweede zijn de geïndustrialiseerde landen overeengekomen om tegen 2020 jaarlijks 100 miljard dollar vrij te maken voor de financiering van klimaatmaatregelen in de landen van het Zuiden, op voorwaarde dat deze landen zinvolle en transparante mitigatieverbintenissen aangaan om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.

Ten derde heeft de conferentie de twee jaar durende onderhandelingen over de regels voor bebossings- en herbebossingsprojecten in ontwikkelingslanden met succes afgerond. Hiermee is de laatste kink in de uitvoeringsregels van het Kyoto-protocol gedicht.

De overeenkomsten van Cancún stellen de wereldwijde temperatuurdoelstelling van 2°C vast  

Tijdens COP16, die in 2010 plaatsvond in de Mexicaanse stad Cancún, hebben de partijen de overeenkomsten van Cancún aangenomen, die de eerste in de geschiedenis waren waarin de 2°C-doelstelling om de opwarming van de aarde boven het pre-industriële niveau te brengen formeel werd vastgelegd in een VN-besluit.

Een jaar later resulteerde COP17 in Durban, Zuid-Afrika, in het Platform van Durban voor versterkte actie. Voor het eerst verbonden alle landen, inclusief grote economieën uit het Zuiden, zoals China, India en Brazilië, zich ertoe de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Bovendien werd overeengekomen het Kyoto-protocol vanaf begin 2013 met een tweede periode te verlengen.

Lange onderhandelingen en aarzelingen van landen om zich vast te leggen op ambitieuze reductiedoelstellingen waren het belangrijkste kenmerk van de COP18-top, die in 2012 plaatsvond in Doha, Qatar. Deze onderhandelingen werden afgesloten met een nieuwe overeenkomst, de zogenaamde Doha Climate Gateway, waarin de verdere verlenging tot 2020 van het Kyoto-protocol van 1997 inzake de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen werd vastgelegd.

COP19, die in 2013 plaatsvond in de Poolse hoofdstad Warschau, resulteerde in een routekaart voor een nieuw klimaatakkoord. De partijen werden het ook eens over een rulebook voor het terugdringen van emissies door ontbossing en bosdegradatie en een Green Climate Fund voor de financiering van mitigatie- en adaptatiemaatregelen.

Het belangrijkste resultaat van de volgende COP20, die in 2014 plaatsvond in Lima, Peru, was het leggen van de basis voor een nieuwe wereldwijde klimaatovereenkomst.

Het Parijsakkoord: een historische doorbraak

Uiteindelijk hebben de 196 partijen die aanwezig waren op de COP21 in Parijs, Frankrijk, in 2015 na vele jaren van intensieve onderhandelingen de Akkoord van Parijs aangenomen, een juridisch bindend verdrag over klimaatverandering waarin een visie voor een toekomst met netto nul-uitstoot is uitgestippeld. Voor het eerst in de geschiedenis hebben alle landen zich ertoe verbonden hun plannen voor klimaatactie, de zogeheten nationally determined contributions (NDC's), tegen 2020 in te dienen. De overeenkomst omvat verbintenissen van alle belangrijke uitstotende landen om hun broeikasgasemissies te reduceren en deze verbintenissen mettertijd te versterken. Volgens het Parijsakkoord is het hoofddoel van de emissiereductie de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C, bij voorkeur tot 1,5°C, ten opzichte van het pre-industriële niveau.

Tijdens de COP22 in Marrakesh, Marokko, heeft Duitsland zijn Climate Action Plan 2050 gepresenteerd om zijn broeikasgasemissies tegen 2050 met 80 tot 95% te verminderen. Dit was het eerste land dat een ambitieuze langetermijnstrategie voor klimaatactie liet zien.

De daaropvolgende COP23 in Bonn, Duitsland onder Fijisch voorzitterschap, en COP24 in Katowice, Polen, en COP25 in Madrid, Spanje onder Chileens voorzitterschap waren alle gericht op de bespreking van het Paris Rulebook, dat kwesties behandelt als hoe landen hun broeikasgasemissies moeten meten en rapporteren.

COP26, die wegens de COVID-19 pandemie werd verschoven van november 2020 naar november 2021 en plaatsvond in het Verenigd Koninkrijk in Glasgow, resulteerde in de ondertekening van het Glasgow Climate Pact. Dit pact omvatte een verbintenis om een einde te maken aan "inefficiënte" subsidies voor fossiele brandstoffen, om af te stappen van steenkool en om overeenstemming te bereiken over het Paris Rulebook.

De volgende onderhandelingsronde van de VN, COP27, zal in november 2022 in Egypte plaatsvinden. De wereld wacht nog steeds op een doorbraak over hoe de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de planeet te herstellen om de weg vrij te maken naar een netto nul toekomst tegen 2050.

Neem contact met ons op om te beginnen met klimaatactie. Neem contact op