
Projectstandaarden
Effectiviteit en transparantie op het gebied van klimaatactie
Standaarden en onafhankelijke auditors waarborgen effectieve CO2-compensatieprojecten bij ClimatePartner
De effectiviteit van CO2-compensatieprojecten is een integraal onderdeel van onze holistische aanpak - van reductie tot compensatie van emissies. Als betrouwbare partner voor het bedrijfsleven dragen wij een grote verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat CO2-compensatieprojecten een maximaal effect sorteren.
Via een complex proces waarborgen wij dat CO2-compensatieprojecten voldoen aan vooraf gedefinieerde standaarden. Deze worden bovendien consistent gemonitord en regelmatig geaudit: CO2-certificaten worden bijvoorbeeld alleen afgegeven als de reductie van emissies vooraf is geverifieerd door een onafhankelijke geaccrediteerde instantie (verificateurs/auditors).
Het belang van standaarden
Alle CO2-compensatieprojecten zijn gebaseerd op internationale standaarden, zoals de Verified Carbon Standard (VCS), de Gold Standard en de Clean Development Mechanism (CDM). Deze standaarden definiëren de richtlijnen en voorwaarden waaraan alle CO2-compensatieprojecten moeten voldoen om te worden erkend als beproefde methode voor de reductie van CO2-emissies.
Standaarden waarborgen de vergelijkbaarheid van CO2-certificaten - zowel op de vrijwillige als de verplichte koolstofmarkt.
Standaarden vervullen de volgende taken:
- Definitie van technologische eisen van CO2-compensatieprojecten
- Methodologie voor de weging van CO2-certificaten
- Verificatie van CO2-compensatieprojecten door onafhankelijke derde partijen
- Register van CO2-certificaten
ClimatePartner is lid van de International Carbon & Offset Alliance (ICROA), een vrijwilligersorganisatie van experts en bedrijven die zich ertoe verbinden om alleen projecten met betrouwbare standaarden te accepteren. Daartoe behoren de Verified Carbon Standard (VCS), de Gold Standard en de Clean Development Mechanism (CDM).
Terwijl de Gold Standard (GS) en de Verified Carbon Standard (VCS) doorgaans binnen de vrijwillige koolstofmarkt worden gebruikt, wordt de Clean Development Mechanism (CDM) ook toegepast binnen de verplichte koolstofmarkt.
De GS en VCS hanteren soortgelijke en strikte eisen, maar verschillen wat de technologische focus betreft:
- VCS-projecten zijn vooral gericht op projecten voor het behoud van bossen (REDD+). Maar ook bebossings- en herbebossingsprojecten, evenals projecten voor hernieuwbare energieën kunnen worden opgenomen.
- Gold Standard-projecten daarentegen zijn gericht op projecten voor sociale ontwikkeling zoals schone kookovens, schoon drinkwater, agrobosbouw, herbebossing en hernieuwbare energie.
De rol van standaarden in de levenscyclus van CO2-compensatieprojecten
De standaarden spelen een cruciale rol voor CO2-compensatieprojecten: zij begeleiden de projecten vanaf het begin en gedurende de gehele levensyclus. Zij spelen dus een cruciale rol om te waarborgen dat CO2-compensatieprojecten een effectieve manier vormen om CO2-emissies te voorkomen.
Als een projectontwikkelaar een CO2-compensatieproject wil implementeren, moet hij een zogenoemd Project Design Document (PDD) conform de gekozen methodologie opstellen. Het PDD is een projectbeschrijving dat kan worden vergeleken met een bedrijfsplan. Dat is de voorwaarde voor een initiële registratie in het register van een standaard.
Daartoe specificeert de standaard de methodologie op basis waarvan een CO2-compensatieproject kan worden geregistreerd. Deze methodologie definieert de belangrijke basisregels voor CO2-compensatieprojecten:
- Criteria voor het projectontwerp
- Specificaties voor het monitoringplan (projectbewaking door de projectontwikkelaar)
- Gedetailleerde procedures voor de weging van CO2-certificaten
- Beoordeling van additionaliteit
- Tijds- en geografische beperkingen
- Enz.
Als projectontwikkelaar dien je altijd de nieuwste versie van een methodologie te gebruiken. Elke erkende projecttechnologie heeft zijn eigen methodologie, bijvoorbeeld bescherming van bossen, herbebossing, biogas, schone kookovens, etc.
De rol van auditors in de levenscyclus van CO2-compensatieprojecten
Validatie van CO2-compensatieprojecten
Wanneer een projectontwikkelaar een Project Design Document (PDD) opstelt, komen de onafhankelijke derde partijen naast de standaard voor het eerst aan zet: deze onafhankelijke derde partijen zijn auditors die belast zijn met de beoordeling van projecten op basis van de eisen van de gekozen methodologieën. Deze geaccrediteerde, neutrale auditors worden ook wel Verification and Validation Bodies (VVB's) genoemd en moeten door het register zijn goedgekeurd. Voorbeelden zijn TÜV Nord/Süd, S&A Carbon LLC. of SCS Global Services.
De VVB's valideren het Project Design Document en na een succesvolle validatie kan het project worden geregistreerd in het register van de standaard.
Vervolgens begint de projectontwikkelaar met de implementatie van het project en tegelijkertijd gaat de eerste monitoring van start. In de monitoringfase controleert en documenteert de projectontwikkelaar de projectactiviteiten en verzamelt de gegevens voor de berekening van de CO2-certificaten. De monitoringfasen zijn verschillend lang afhankelijk van de technologie en worden periodiek herhaald.
Verificatie van CO2-compensatieprojecten
De VVB's worden opnieuw gebruikt aan het eind van elke monitoringfase om het project te verifiëren. Tijdens de zogenoemde verificaties, worden de respectievelijke monitoringfasen en de bijbehorende berekening van de CO2-certificaten voor deze monitoringfase door de VVB's gecontroleerd en geverifieerd. Daarna kan een project de CO2-certificaten als echte emissiereducties aangeven.
Door de herhaling van de monitoringsfasen en de respectievelijke verificaties, ontstaan tot het einde van een CO2-compensatieproject diverse cycli. Hierdoor wordt gegarandeerd dat een CO2-compensatieproject continu wordt gemonitord en regelmatig wordt geverifieerd conform de methodologie, zodat aan de eisen van de standaard wordt voldaan.
Aanvullende informatie over geselecteerde standaarden & auditors
ClimatePartner accepteert alleen CO2-compensatieprojecten waarvoor betrouwbare standaarden worden gehanteerd. Daartoe behoren de Verified Carbon Standard (VCS), de Gold Standard en de Clean Development Mechanism (CDM).
Gold Standard (GS)
De Gold Standard voor CO2-compensatieprojecten werd ontwikkeld in samenwerking met het Wereldnatuurfonds en 40 andere ngo's. De Swiss Gold Standard Foundation, zonder winstoogmerk, voert het secretariaat van de standaard. De standaard formuleert zeer strikte eisen met betrekking tot duurzame ontwikkeling en de betrokkenheid van de plaatselijke bevolking.
De Gold Standard voor de Global Goals is een doorontwikkeling van de standaard sinds 2017 en volgt een multidimensionale aanpak om de vooruitgang op weg naar klimaatactie en duurzame ontwikkeling te bespoedigen. Via de certificering volgens de standaard bieden projecten een meetbaar en geverifieerd bewijs van hun bijdrage aan de Sustainable Development Goals naast de emissiereducties.
Focus:
sociale ontwikkelingsprojecten
Verificateurs/auditors:
De validerings- en verificatie-instanties die worden erkend door de GS staan hier vermeld. De lijst omvat bedrijven zoals TÜV Nord Cert, Carbon Check (India) Pvt. Ltd of Re Carbon.
Verified Carbon Standard (VCS)
Meer dan de helft van alle vrijwillige emissiereducties wereldwijd zijn gevalideerd en geverifieerd volgens de Verified Carbon Standard (VCS). De standaard omvat duidelijke specificaties voor de bepaling van de reductie van CO2-emissies voor de diverse projecttypen, zoals herbebossing, windenergie of kookovens. Deze standaard werd door de normsteller Verra in het leven geroepen. Projecten moeten ook worden geaudit door onafhankelijke auditors van derden en transparant en conservatief worden berekend. De certificaten die uit deze projecten voortkomen, worden Verified Carbon Units (VCU) genoemd.
https://verra.org/project/vcs-program/
Focus:
De bescherming van bossen (REDD+), bebossing en herbebossing evenals projecten voor hernieuwbare energieën
Verificateurs/auditors:
De validerings- en verificatie-instanties die worden erkend door de VCS staan hier vermeld. In de lijst staan bedrijven zoals AENOR International S.A.U, Carbon Check (India) Pvt. Ltd, SCS Global Services, S&A Carbon of TÜV Süd South Asia Private Limited.
Clean Development Mechanism (CDM)
Het Clean Development Mechanism (CDM) werd in 2004 geïnitieerd door de UNFCCC. Het CDM is het eerste wereldwijde systeem voor milieu-investeringen en milieu-investeringsaftrek. Onder het CDM kunnen CO2-compensatieprojecten in ontwikkelingslanden Certified Emission Reductions (CER's) uitgeven.
Voordat de Overeenkomst van Parijs werd gesloten, konden CER's worden gebruikt door ontwikkelde landen om gedeeltelijk te kunnen voldoen aan hun emissiereductiedoelen in het kader van het Kyoto-protocol. Bedrijven en individuen kunnen CER's nog steeds gebruiken om aan vrijwillige klimaatneutraliteitsdoelstellingen te voldoen.
Elk CDM-project moet worden goedgekeurd door het gastheerland en wordt geregistreerd in het CDM-register van de Verenigde Naties.
https://cdm.unfccc.int/about/index.html
Verificateurs & auditors:
Binnen het kader van het CDM worden verificaties tevens door onafhankelijke auditors uitgevoerd, in dit geval zogenoemde Designated Operational Entities (DOE's).
https://cdm.unfccc.int/DOE/list/index.html
Bekende voorbeelden zijn TÜV Nord CERT Gmbh, AENOR International, RINA Services en Carbon Check.
Aanvullende standaarden voor CO2-compensatieprojecten
CO2-compensatieprojecten kunnen ook worden gecertificeerd met aanvullende standaarden. Deze aanvullende standaarden zijn alleen mogelijk in combinatie met de Gold Standard, de Verified Carbon Standard of de Clean Development Mechanism.